zondag 23 november 2014

Rondgang Nachtwacht Ootmarsum

Al eeuwen door een lid van de familie Morshuis

Rond het jaar 1300 kreeg Ootmarsum stadsrechten en één van de gevolgen daarvan was, dat het plaatsje een vestingstadje werd. Er moesten wallen en grachten worden aangelegd. Twee poorten gaven toegang tot de stad. Niet lang daarna stelde het stadsbestuur, de magistraat, een functionaris aan die ’s nachts toezicht moest houden: een nachtwaker of nachtwacht. Hij controleerde of de stadspoorten goed gesloten waren. Wandelend over
de binnenwal (nu Bergstraat, Kapelstraat, Walstraat en Kloosterstraat) lette hij op of er toch nog iemand via wallen en grachten de stad binnen trachtte te komen. Brak er ergens brand uit, dan waarschuwde hij de klokkenluider, die de brandklok in de kerktoren moest luiden. Zelf rende de nachtwacht al ratelend door de straten om de mensen te waarschuwen. Hij riep ze op om met hun leren emmer te komen om de brand te helpen blussen.


Nachtwacht G.C. Morshuis,
die nog nachtwacht van beroep was.
Gerrit Morshuis,
die zijn vader opvolgde.






















In de 19de eeuw moest de Nachtwacht ook de stadslantaarns ontsteken. Dat waren er 13 en deze stonden op de belangrijkste punten in het centrum: bij de kerken, de stadspoorten, burgemeestershuis, nachtwachthuis enzovoorts. En in de 20ste eeuw maakte hij op verzoek inwoners wakker die op tijd uit bed moesten om bijvoorbeeld turf te halen of die ver buiten Ootmarsum hun werk hadden.
In een gemeenteraadsvergadering van 1917 besloot het gemeentebestuur het beroep Nachtwacht af te schaffen. Er was immers een veldwachter en er was een brandweer. In diezelfde vergadering werd echter ook, met gevoel voor traditie, het besluit genomen om als oud gebruik nog één keer per jaar de Nachtwacht zijn ronde te laten maken. En wel in de nacht van Oud- op Nieuwjaar. Sindsdien komt de Nachtwacht “van éénen nacht”, zoals op de ratel staat geschreven nog één keer in functie. En zo zal hij straks van 31 december op 1 januari zijn traditionele ronde door de stad maken. Hij zal daarbij worden vergezeld door vele inwoners. Ook als de weersomstandigheden minder gunstig zijn, weet nachtwacht Ben Morshuis zich verzekerd van vele liefhebbers van deze traditie. Zoals dat bij zijn oom en zijn grootvader het geval was. Tegen twaalf uur maandagavond is het op de Markt al behoorlijk druk. Het is namelijk de laatste jaren de gewoonte, dat enkele inwoners, veelal onder aanvoering van Xander Stroot voor een spectaculaire vuurwerkshow zorgen. Een show met louter siervuurwerk, dat geen gevaar voor de toeschouwers oplevert.

Rondgang

Als om klokslag twaalf uur de ratel heeft geklonken, wordt het lied ”Komt burgers komt” ingezet. Dat lied zal daarna nog op twaalf locaties in het centrum worden gezongen. Maar direct na de eerste keer is er eerst gelegenheid om iedereen een zalig Nieuwjaar te wensen Völ heil en zèègn is hier de meest gehoorde wens. Dan wandelt de groep door de sfeervol verlichte binnenstad en de nachtwacht wijkt slechts even af, als hij mensen in de deuropening ziet staan. Zijn nieuwjaarswens geldt ook voor hen. De plaatsen waar wordt gestopt liggen historisch vast. Het zijn die dertien plekken, waar vroeger een stadslantaarn stond. Na ongeveer een uur is de nachtwacht op het eindpunt beland en wordt hij in een stoel gezet, waarna men hem tot slot drie keer omhoog tilt.

Ben Morshuis, die de taak in 1970 op zich nam.

De tekst van het lied "Komt, burgers, komt".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten